Eerste kwartaalrapportage 2013

Op 26 april zijn de verantwoordingsstukken van BOOR verstuurd aan de gemeente. De gemeenteraad zal deze stukken agenderen. De stukken zullen na de meivakantie besproken worden met de schooldirecties.

Toelichting op de stukken 

BOOR kent op dit moment roerige tijden. Schooldirecties, medezeggenschapsraden en ouders maken zich zorgen over het negatieve imago van BOOR en over de bezuinigingen. We begrijpen dat deze bezuinigingen zeer ingrijpend zijn en veel flexibiliteit van iedereen vraagt, maar ze zijn onvermijdelijk om het voortbestaan van het openbaar onderwijs in Rotterdam te waarborgen.

In het verleden heeft BOOR fors geïnvesteerd in het onderwijs en meer uitgegeven aan personeel dan de bekostiging toeliet. Zonder de impact van de fraude uit te vlakken is dit de belangrijkste reden voor de financiële problemen van BOOR.

Uit het jaarverslag van 2012 blijkt dat de bezuinigingen die nodig waren niet zijn gerealiseerd. Het resultaat over 2012 is bijna € 12,5 miljoen nadelig en daarmee ook teleurstellend ten opzichte van een begroot nadeel van circa € 1,5 miljoen. De belangrijkste oorzaak is het feit dat er onvoldoende sturing mogelijk is gebleken op het behalen van financiële resultaten. Dit werd bemoeilijkt door onder andere het ontbreken van betrouwbare managementinformatie en betrouwbare tussentijdse financiële rapportages. De overschrijdingen zijn met name ontstaan op het gebied van personeel, inhuur van derden, huisvestingskosten en opleidingskosten.

Uit de reality check op de haalbaarheid van de begroting 2013 blijkt dat de begroting op onderdelen voorzichtig is geweest, met name aan de inkomstenzijde, en dat een aantal taakstellingen te ambitieus zijn om vermoedelijk geheel te realiseren zonder aanvullende maatregelen. In de afgelopen periode zijn acties in gang gezet, waardoor het resultaat beter moet uitpakken dan de nu berekende prognose.

In de financiële rapportage over het eerste kwartaal is gekeken naar het verschil tussen de begroting van het eerste kwartaal en de realisatie in het eerste kwartaal. Met name de personele lasten liggen hoger dan geraamd. Dit komt met name door het niet realiseren van de taakstelling bij het voortgezet onderwijs en de verlaging van inhuur op projecten van het Rotterdams Onderwijsbeleid voor het primair onderwijs. Dit laatste is te verklaren omdat het merendeel van de ingehuurde derden op dergelijke projecten contractueel was vastgelegd tot het einde van het schooljaar.

Uitgangspunt bij de bezuinigingen is het primaire proces ongemoeid te laten om op deze manier de kwaliteit op de scholen te waarborgen. Het betekent wel dat het werk met minder mensen gedaan moet worden. Het aantal leerlingen per leerkracht zal licht stijgen. Het blijft echter ruim onder de norm die ten grondslag ligt aan de berekening van de bekostiging van het ministerie.

BOOR voert werkgelegenheidsbeleid. Dit betekent dat er geen gedwongen ontslagen vallen onder personeel met een vaste aanstelling en dit is een groot goed in deze tijd. We doen wel een beroep op interne mobiliteit. Aangezien de aanstellingen voor bepaalde tijd en overeenkomsten met externe medewerkers niet worden verlengd, zullen deze werkzaamheden opgepakt worden door ons eigen vaste personeel. Ook is er nog vacatureruimte in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Uitzondering op het werkgelegenheidsbeleid vormen helaas de collega’s met een aanstelling in de in- en doorstroomregeling, de zogenaamde id-banen. Voor deze groep collega’s vervalt de totale bekostiging vanuit de gemeente.

Ondanks de moeilijke tijd heeft iedereen hard gewerkt om te investeren in de kwaliteit van de scholen. Hiervoor zijn wij iedereen zeer erkentelijk. Er is een basis gelegd voor een nieuwe organisatie, maar er zijn nog veel stappen te zetten voor een financieel gezonde en stabiele organisatie waar onderwijs de prioriteit heeft. Zoals verwacht is het bedrijfsresultaat net als in 2011 negatief en dit zal waarschijnlijk ook voor 2013 gelden. Het perspectief daarna is positief. Er zal veel gevraagd worden van iedereen, maar samen kunnen wij van BOOR de organisatie maken waar we trots op kunnen zijn. Een organisatie waar Het kind voorop staat.